JURISDICTIES, MENSEN EN PERSONEN
Semblija heeft door eigen onderzoek, met behulp van twee Artikel III-rechters, veel kennis kunnen verwerven over de ontwikkeling en het functioneren van rechtssystemen, ook over die rechtsgebieden waar gangbare juridische faculteiten op universiteiten geen college in geven en die minder of bij de meesten zelfs geheel niet bekend zijn. Daarin spelen jurisdicties de hoofdrol.
Een jurisdictie is, eenvoudig gezegd, een terrein waarover iets of iemand zeggenschap heeft. Wat in jouw huis mag gebeuren valt onder jouw jurisdictie. Wat in een gemeente gebeurt valt onder de jurisdictie van de gemeente, wat in Nederland gebeurt valt onder de jurisdictie van de Nederlandse staat, etc.. Als jij onder een bepaalde jurisdictie valt, betekent dit dat jij de regels en wetten van die jurisdictie dient te gehoorzamen, je bent eraan ondergeschikt.
In de afgelopen eeuwen, en vooral in de 20e eeuw, heeft zich op dit vlak een ingrijpende ontwikkeling voorgedaan. Alle overheidsorganen, van parlement tot politie, van ministerie tot rechtbanken, van het C.J.I.B. tot het Kadaster, zijn allemaal bedrijven geworden met een verplichte registratie in de Kamer van Koophandel. De juridische omschrijving is dat ze allemaal publiekrechtelijk zijn geworden. Feitelijk is alles hiermee handel geworden, en draait alles om contracten. Ook onze contacten met (semi)overheidsinstellingen houden contracten in waar we doorgaans geen weet van hebben, maar die we wel geacht worden na te leven.
Dit heeft de afgelopen decennia bij alerte en kritisch ingestelde mensen vragen opgeroepen. Hoe kunnen onze rechten zo makkelijk ingeperkt worden? Wat betekenen de begrippen ‘levende mens van vlees en bloed’. ‘natuurlijke persoon’ en ‘persoon’ die we zo vaak horen?
Wanneer je rechten studeert, leer je alles over de Nederlandse Staat, de Europese Unie en internationale verdragen. Dat zijn elk aparte jurisdicties met eigen wetten, zoals bijvoorbeeld het Burgerlijk Wetboek voor de Nederlandse Staat. Het hele rechtssysteem zoals we dat kennen speelt zich binnen deze jurisdicties af.
Wat weinigen weten is dat er boven de jurisdictie van de staat, de EU en internationale overeenkomsten nog een paar jurisdicties staan. Dat betekent dat de staat, de EU, etc. daaraan ondergeschikt zijn. Het zijn hogere wetten, veel universeler en ook veel rechtvaardiger. Zo’n jurisdictie is de maritieme jurisdictie oftewel de jurisdictie van water, en daarboven staan nog de jurisdicties van land een lucht. Het natuurrecht is de bron van deze hogere jurisdicties.
We weten niet beter of het rechtssysteem zoals we dat kennen, is het enige rechtssysteem. Maar boven de jurisdictie van de staat, het koninkrijk en de EU staan dus nog de universele jurisdicties van water, land en lucht. Die jurisdicties hebben geen rechtbanken in de gewone zin van het woord, en de regels daarbinnen werken anders dan die binnen de ons bekende jurisdicties. Semblija is nog volop bezig met verder onderzoek hiernaar.
Binnen de jurisdicties van water, land en lucht bestaan alleen mensen, dus geen burgers en geen personen. Wat we normaal ‘de levende mens van vlees en bloed’ noemen, hoort bij deze jurisdicties.
In ons gangbare rechtssysteem zien we ook het woord mens, en daarnaast de woorden persoon, natuurlijk persoon en burger. Om een lang verhaal kort te maken: die termen hangen samen met wat er gebeurt bij je geboorte:
- De ouders doen aangifte en geven de voornamen van het kind op. Die voornamen worden eigendom van het kind. Die staan op het geboortebewijs. Van dit geboortebewijs krijg je geen afschrift.
- De gemeente maakt vervolgens de geboorteakte op, en daar wordt aan de voornamen de achternaam toegevoegd. De achternaam is eigendom van de overheid. Door die achternaam toe te voegen wordt nu de hele naam eigendom van de overheid. Dit wordt de natuurlijke persoon genoemd: volledige voornamen en achternaam.
- Van deze natuurlijke persoonsnaam worden allerlei namen afgeleid, zoals je achternaam met je voornamen afgekort, of je naam in hoofdletters, etc. Al deze afgeleide namen zijn je persoonsnamen. Ook deze zijn eigendom van de overheid. Een burger is een persoonsnaam, geen mens. En een persoonsnaam is volgens Black’s Law Dictionary gedefinieerd als bedrijf.
- De natuurlijke persoon en de persoon zijn bovendien gedefinieerd als schuldenaar. Een méns kan nooit op die manier gedefinieerd worden. Een schuldenaar draagt de verplichting de schulden die door de overheid worden gemaakt mede af te betalen.
Veel juristen binnen het systeem van de staat, dus binnen de zogenaamde publiekrechtelijke jurisdicties, stellen dat een mens en een natuurlijk persoon hetzelfde zijn. Dat is begrijpelijk om de volgende reden.
Een persoon is nooit handelingsbevoegd. Een persoon is een administratieve eenheid zonder wil en ‘moet daarom bestuurd worden’. Maar handelsrecht houdt in dat er een wilsverklaring moet zijn, met andere woorden, dat de handelspartner laat zien dat hij de transactie wil. Omdat een persoon dat juridisch niet kan, is de natuurlijke persoon tot administratieve eenheid gemaakt waarvan de wet zegt dat die een wilsverklaring kan afleggen, handelingsbekwaam is en daarom ook verantwoordelijkheid kan dragen. Dat LIJKT op een mens, maar het is en blijft een administratieve eenheid, dus iets fictiefs. En hij is hoe dan ook een schuldenaar.
Ons burgerlijk wetboek spreekt ook vrijwel uitsluitend over personen en natuurlijke personen. Dat gaat dus alleen over de administratieve eenheden waarvan wij denken dat het om mensen gaat.
Het strafrecht daarentegen spreekt wel over mensen, want alleen mensen kun je gevangenzetten, een administratieve eenheid (dus een persoon of natuurlijk persoon) niet. Dat is slecht een papieren werkelijkheid. In de hogere jurisdicties bestaan er geen administratieve eenheden, daar ben je altijd een mens met een eigen wil, vrijheid en verantwoordelijkheid.
Omdat de staat eigenaar is van de persoonsnaam en de natuurlijke persoonsnaam, en wetten voor deze namen gemaakt worden, kunnen rechten voor personen en natuurlijke personen ook zo maar ingeperkt worden. En omdat een persoon ook gedefinieerd is als bedrijf, kun je als persoon in allerlei onbedoelde contractrelaties met het ‘bedrijf overheid’ terechtkomen.
Het is goed om het systeem te snappen, en op zich hoeft er niets mis mee te zijn wanneer er transparantie is over hoe het werkt, er geen misbruik van wordt gemaakt, de wetten eerlijk zijn en alle partijen zich aan de regels houden.
Semblija onderzoekt de knelpunten, maar is zeker niet tegen wetgeving als zodanig. De wetten van de hogere jurisdicties zijn rechtvaardig en duidelijk. Dat wordt in het Engels lawful genoemd. De wetten binnen ons huidige bestel worden legal genoemd, legaal dus. Maar dat wat legal is voldoet lang niet altijd aan wat lawful is in de hogere jurisdicties. Internationaal zie je daar (buiten de gangbare media om) in snel tempo meer aandacht voor komen. Semblija ziet het liefst dat legal ook lawful is. Lawful houdt recht in waarbij niet wordt rechtgesproken op basis van aannames, maar uitsluitend op basis van pure feiten. Voor de mens houdt lawful weliswaar meer vrijheid in, maar die zelfstandigheid is geen vrijbrief omdat lawful ook inhoudt dat je een ander niet schaadt en je de volle verantwoordelijkheid draagt voor je daden. Onze maatschappij heeft mensen nodig die zelfstandig, verantwoordelijk en betrokken denken, doen en handelen.